Deze roomsoep van halfdroge witte bonen is zeer voedzaam, serveer hem dus in kleine porties van ongeveer 2 deciliter. De crème is heel goed in te vriezen. Wij gebruiken voor deze soep de bonen die aan het einde van het seizoen aan de struiken blijven hangen. We wachten tot de peul helemaal droog is en doppen dan onze eigen boontjes. De bonen zijn nog niet door en door droog en hoeven niet te weken.
Laat de bonen een nacht in ruim water weken, als ze gedroogd zijn.
Snipper de ui en fruit hem zonder te kleuren in roomboter. Snijd de wortel in de lengte door. Giet de geweekte bonen af en gooi het weekwater weg. Neem een grote pan en doe daar de gefruite ui, de wortel en de bonen in. Voeg 1½ liter water toe. Breng aan de kook en laat 45 minuten zachtjes koken. Voeg nu pas zout en peper toe. Schuim indien nodig af en laat nog 15 minuten doorkoken. Gooi de wortel weg en giet de bonen af. Bewaar het kookvocht. Pureer de bonen in een keukenmachine, doe de bonenpuree terug in de pan en voeg ¼ liter koude room toe. Verwarm het geheel langzaam. Passeer de verwarmde massa eventueel door een zeef om hem nog gladder te maken. Doe terug in de pan en voeg dan de rest van de room toe. Breng de soep op de gewenste dikte met het bewaarde kookvocht. De crème kan eventueel luchtiger worden gemaakt met een mixer. Proef af op zout en peper en breng de crème zachtjes aan de kook.
Bak ondertussen de plakjes gerookt ontbijtspek roodbruin en krokant in een koekenpan. Laat ze uitlekken op keukenpapier.
Serveer de crème in kleine kommetjes en verkruimel de spek er vlak voor het opdienen bovenop.